Verduren

Ik lig in de stoel bij de orthodontist, voor controle. Aan de cryptische opmerkingen van de orthodontist, die bij zo’n gelegenheid kort in mijn mond kijkt en tegen de assistente iets zegt als: ‘Boven tien, onder 1, 2 en 6’ en dan weer wegwandelt, ben ik inmiddels gewend. Maar de assistente heeft vandaag ook zin in verwarring zaaien. 
‘Je moet links een elastiekje gaan dragen,’ zegt ze, ‘maar alleen thuis.’ 

Hond uitlaten
Alleen als je thuis bent. Dat lijkt eenduidig, lekker zwart-wit. Je bent thuis, of je bent niet thuis. Maar mijn hoofd begint met malen. Alleen thuis. Dus als ik een paar dagen achter elkaar thuiswerk draag ik ‘m non-stop. En als ik een weekend naar opleiding ben, wat ik volgende week ben, draag ik ‘m twee dagen niet. Het bevreemdt me. Er hoort toch een beetje consistentie te zitten in het dragen van zo’n elastiekje? En waarom mag dat elastiekje niet naar buiten?
Wat moet ik doen als ik een week op vakantie ga?
Of de hond uit laat?
‘Dus alleen als ik thuis ben draag ik ‘m?’ vraag ik ter bevestiging.

Soep
‘Nou ja, liefst de hele nacht,’ zegt ze, ‘als je het kan verduren.’ 
Dat verduidelijkt niks, en klinkt ook nog eens onheilspellend. Ik wil niet hoeven verduren. Het duurde een half jaar voor ik een beetje gewend was aan een beugel in mijn mond. Toen ik de eerste keer na plaatsing op controle kwam antwoorde ik op de vraag hoe het was gegaan: ‘Nou, behoorlijk kut eigenlijk. Ik vind het een martelwerktuig.’ 
Maar niemand ging daar op in. Nu zeg ik gewoon ‘goed’. 
Ik heb meer soep gegeten in het afgelopen jaar dan in de rest van mijn leven bij elkaar. 

Twaalf
Gelukkig hou ik van soep. 
‘En hoe vaker je ‘m draagt, hoe sneller het natuurlijk gaat.’ Hoe sneller het elastiekje dus ook weer weg is, en die hele beugel trouwens ook, denk ik blijmoedig, dus ik neem me voor zo vaak mogelijk te verduren. Maar dan kijkt ze nog even naar mijn tanden. 
‘Nee, wacht, hij zei het natuurlijk niet voor niets,’ zegt ze, al heb ik hem niets horen zeggen over elastiekjes. ‘Doe maar gewoon twaalf uur.’

Twaalf. Daar kan ik wat mee. Dat is niet elf, en ook geen dertien uur. Het maakt niet uit waar ik zal zijn de komende maand. De ontstane verwarring zakt gelukkig een klein beetje. Verwarring kan ik ook niet verduren.

Posted in

Cindy Doff

Laat een reactie achter