Hittegolf
Het is me gelukt deze zomer in mijn blogs weg te blijven van het onderwerp hittegolf. En die lijkt, in tijden van koude ochtenden en donkere avonden, nog slechts een vage echo van de zomer die achter ons ligt. Toch doe ik er af en toe nog een beroep op, bij gebrek aan iets concreters.
Opperste verrukking
Wij brachten onze vakantie door in de Auvergne. Daar was het goed toeven: een fijn huisje op een kleine camping met een zwembad. We bezochten de Carrefour en de lokale weekmarkt, staken een kaarsje aan in een kerk en aten drie keer per dag buiten met uitzicht op een groen dal.
Er was niets, maar dan ook helemaal niets mis mee. Het was een vakantie die je iedereen gunt die zo’n vakantie zou willen.
‘Hoe was het?’ vragen collega’s me, nu iedereen terug is.
‘Heerlijk’, zeg ik dan, en ik denk met een glimlach terug aan de week die we in opperste verrukking ongepland thuis doorbrachten.
De meesten vinden dat voldoende informatie, een enkeling vraagt waar we geweest zijn.
‘In de Auvergne’, zeg ik, ‘maar we zijn wat eerder teruggekomen, het was er te heet.’ Dan volgt meestal een begripvol knikje, ‘Ja, die hittegolf, dat was heftig hè, ik ken er meer die daarom terug kwamen, waar wij zaten was het …’
Alledaags gerommel
Maar met de hitte had onze vervroegde terugkeer niets te maken.
We sleten de dagen in Frankrijk in afwachting van iets. Een gevoel dat niet kwam. Een gevoel dat niet wegging.
Na drie dagen zei ik tegen mezelf dat het geen pas gaf om niet te genieten. Op dag vier dacht ik dat ik mijzelf overtuigd had dat het leuk was. Op dag vijf vond ik het een beetje ondankbaar worden.
Maar het hielp niet. Die nacht besefte ik dat het niet goed ging komen met dat gevoel. Met buitensporig veel plezier pakten we de volgende dag onze koffers in en reden huiswaarts. En zelden was ik na een vakantie zo dankbaar dat we weer veilig thuis waren.
De belevenissen in die week na thuiskomst beperkten zich tot alledaags gerommel en pogingen niet steeds te verzuchten dat het zo warm was. De temperatuur steeg in de huiskamer tot een onaangename 28 graden, de slaapkamers waren ovens.
Het was al met al een zalige week, die ik in een staat van euforie doorbracht.
Giswerk
Ons vroegtijdige vertrek uit de Auvergne was een groot succes, ik zou het zo weer doen. Ik zou niet eens meer gaan, had ik vooraf geweten dat we ons daar zo zouden voelen.
Maar het was ook volstrekt irrationeel en onlogisch.
En dat knaagt.
Want ik hou van logisch. En ik weet niet hoe ik uit moet leggen wat er mis was. Het is ook zo’n lang verhaal, veel te lang voor bij het koffieapparaat.
De hittegolf dus.
Misschien is er na ons vertrek een boom op ons huisje gevallen, denk ik soms, of is de bliksem ingeslagen. Maar ja, dat is giswerk. Misschien lag het gewoon aan ons.