Oordop
In ons propedeusejaar zat een meisje, een vrouw eigenlijk (ze was acht jaar ouder dan ik), die mijlenver op ons voor liep. De meesten uit mijn klas sliepen nog in hun kinderslaapkamer in het ouderlijk huis. Zij woonde in een houten huisje in een bos, een tiny house avant la lettre.
Zuchtje
Ze reisde dagelijks met een benijdenswaardige toewijding zes uur in het openbaar vervoer om de colleges bij te wonen.
Alsof dat nog niet exotisch genoeg was had haar tweelingzus een baan als kostuummaker voor een theatergroep die internationaal furore maakte met spektakelstukken.
Wij werkten op zaterdag in de supermarkt, als we al werkten.
Ik was toen nog een amateur op veel vlakken, een prutser eersteklas, vooral op oordop-gebied.
Omdat ik niet Niets wil horen, want dan kan ik niet slapen, maar van het kleinste zuchtje adem van een ander ook niet kan slapen, en oordoppen vervelend zitten, droeg ik er ’s nachts slechts eentje, in het oor dat niet op mijn kussen lag.
Summum
Inmiddels draag ik ’s nachts in elk oor een oordop, zoals elk weldenkend mens, maar het blijft behelpen. Op de eerste avond doen ze pijn. Op de tweede avond al iets minder, en oh zaligheid, ze dempen aangenaam.
Op de derde avond doen ze geen pijn meer, maar laten ze te veel geluid door, en daarna gaat het hard bergafwaarts. Ze knisperen daarnaast onvergeeflijk.
Je kunt oordoppen niet altijd alleen op de tweede dag dragen.
Gisternacht lag ik wakker. Het was een kansloze zesde oordopdag, en ik wilde niet uit bed stappen om nieuwe te pakken.
Ik dacht terug aan mijn klasgenote.
Het summum van het zelfbewuste leven van mijn volwassen klasgenoot, dat wat mij van alles het meest bewonderingswaardig toescheen, waren de oordoppen die ze in de trein droeg.
Op maat gemaakte oordoppen. Gegoten, perfect passend, speciaal voor haar oren. Je hoefde ze niet in vorm te kneden, ze knisperden niet.
‘Alleen mijn tweelingzus past ze, verder niemand in de wereld,’ zei ze.
Gevecht
Inmiddels ben ik ook volwassen. En al heb ik dan geen tweelingzus en een huisje in een bos gekregen, toch meen ik dat ik mijn leven aardig op orde heb. Ik heb zelfs een noise cancelling koptelefoon voor in de trein.
Maar ’s nachts ben ik nog altijd in gevecht met die vormeloze gele stompjes. We zijn de haat-liefdeverhouding nooit ontgroeid, mijn oordoppen en ik.
Oordoppen op maat dus. Misschien is dit het moment. Perfect sluitend, blijven jaren goed, doen vast geen pijn, het zou de investering meer dan waard zijn.
Ik wil ze wel.
Maar ik ben bang dat ik er Niets mee hoor.
Van dat angstige idee kan ik niet slapen.
Ik heb op maat gemaakt slaapdoppen. Ze sluiten het meeste geluid af, maar de wekker zal je nog horen hoor, andere alarmen, of andere harde geluiden komen dof door. Het mag ook niet al het geluid ivm veiligheid tegenhouden….
Ik durfde eerst niet met deze doppen te gaan slapen als mijn man net thuis was (bang dat ik de inbreker niet zou horen ofzo, bange poeperd), maar doe het nu wel, omdat ik weet dat het niet al het geluid weg filtert.
Enne……ik slaap heerlijk, in geen tijden zo goed doorgeslapen.
En ik heb wat rare oren, dus ik gebruik er soms maar 1… de ander doet mij soms pijn. En zelf op 1 dop, slaap ik als een roosje.
Dus ik zeg doen… Het is mij de €99,– bij Hans Anders meer dan waard!
Goed om te horen, dank, ik ga me er toch ook maar eens aan wagen!