Wachtkamer

Ik trek een nummertje om bloed te laten prikken.
Het is vijf voor half negen. Ik heb nummer 17, op het bord staat nummer 11. Ik heb een klein beetje haast, want straks een telefonische vergadering. Zes wachtenden voor me, dat moet lukken.

Planning
Relax, groet de andere wachtenden, ga rustig zitten.

Ik had bloedarmoede, zo bleek laatst, ik moest aan de ijzerpillen. Na zes en twaalf weken opnieuw prikken.
Die zes weken werd acht weken, want het is geen sinecure om een goed prikmoment te vinden als je maar op één locatie terecht kunt, en er op die locatie slechts anderhalf uur per dag wordt geprikt op een behoorlijk incourant tijdstip, en je daarnaast eigenlijk ook nog een leven hebt met werk en schoolgaand kind en to-do-lijstjes, en plannen niet je sterkste kant is.

Zucht
Maar hier zit ik dan.

Twintig minuten later is nummer 13 aan de beurt.
Instagram checken. Facebook lezen. Twitter lezen.
Terug naar Instagram. Daar is in de afgelopen drie minuten niets nieuws geplaatst. Op Facebook ook niet. Op Twitter ook niet.
Ingehouden zuchten. Low-key theatraal op mijn horloge kijken terwijl ik op mijn telefoon ook kan zien hoe laat het is.

Bijensterfte
Maak je niet zo druk, geniet gewoon even van je rust. Wie maakt je wat?
Ja, dat is waar, ik hoef me niet op te winden. Iedereen zit hier ook maar gewoon zijn best te doen. En ik heb nog genoeg tijd.

Verdorie. Hoe kan het tien minuten per persoon duren om wat bloed af te nemen?! Zit de kamer vol bloedprikleerlingen, die om de beurt een poging mogen wagen? Bespreken prikker en geprikte de bijensterfte, het weer en de vluchtelingenproblematiek? Drinken ze er gezellig een kop thee bij?

Uitdaging
Adem in, adem uit.

Die ijzerpillen zijn een planningsissue op zich. Ik dien er drie per dag te nemen, op lege maag of twee uur na het eten. En dan mag ik na inname ook nog eens een half uur niet eten.
Ik moest het drie keer lezen en nog wist ik niet wanneer ik ze moet nemen.

Een lege maag is bij het opstaan nog wel te regelen.
Maar de rest van de dag bestaan er geen momenten dat ik a) twee uur niet heb gegeten en b) nog eens een half uur niet eet.
Tenzij ik op dieet ga, maar dan krijg ik nog minder ijzer binnen dan nu blijkbaar het geval was.

Afgevoerd
Tien voor negen. Nummer 14 verschijnt op het bord.
Nummer veertien is waarschijnlijk nog voor mijn komst gestorven van verveling en afgevoerd, want niemand roert zich.
Nummer vijftien mag zich meteen daarop melden in de prikkamer, de nummers zestien en daarboven doen een vreugdedansje. Tijdwinst! 

Eindelijk, eindelijk, eindelijk mag ik naar binnen.
Snel mijn ID afgeven, arm bloot, het tempo hooghouden.

Tweeling
‘Wat is je geboortedatum?’
Die staat op de ID die ik je net gaf, maar oké, ik ben de kwaadste niet vandaag, ik geef ‘m.

‘Ben je er een van een tweeling?’
Nee, nog steeds niet, net als acht weken geleden, en al die keren daarvoor dat ik geprikt werd trouwens ook niet, staat dat nergens in het systeem of zo? Of gebeurt het regelmatig dat mensen hun leven slijten in de veronderstelling dat ze een eenling zijn, tot plots een onvermoede tweelingzus of -broer op de stoep staat?

‘Hoi, wij kennen elkaar niet, maar ik ben je tweelingzus.’
‘Oh shit, echt? Dat moet ik doorgeven, ik heb net bloed laten prikken.’

Vier minuten later sta ik geprikt en wel weer buiten.
Op tijd voor de vergadering. Maar daar denk ik pas uren later weer aan.

Posted in

Cindy Doff

2 reacties

  1. Yvonne op 27 juli 2019 om 8:02 am

    Geweldig geschreven en beschreven….Zó herkenbaar die gedachtegang in die eindeloze tijd die je in de wachtkamers kan zitten.
    Het brengt mij een glimlach dat ik niet de enige ben 🙂

Laat een reactie achter