Alles went
Het gaat me steeds makkelijker af om te delen dat ik een paar jaar geleden de diagnose autisme heb gekregen. Alles went – blijkbaar ook dit. ‘Maar ik wil me er niet achter verschuilen, en ik wil ook niet dat het mijn identiteit bepaalt,’ zeg ik er dan vaak direct achteraan. Omdat ik het toch nog een beetje gênant vind. Omdat ik mezelf niet wil reduceren tot iemand-met-het-label-autisme. Omdat ik niet het gevoel wil krijgen dat ik het moet ‘verdedigen’.
Elevatorpitch
Dat ligt overigens allemaal aan mij, niet aan de mensen met wie ik het deel. Die reageren over het algemeen verrast, vriendelijk en nieuwsgierig. De overtuigingen over labels, zo’n diagnose en de zwaarte van de mededeling zitten in mijzelf, en daar maak ik het me nodeloos moeilijk mee. Ik ben ze dus braaf uit de weg aan het ruimen (de overtuigingen, niet die mensen).
Waar ik nog aan wil werken is een soort elevatorpitch. Eentje over ASS en wat dat voor mij inhoudt. De meeste mensen hebben wel een beeld bij autisme, en hoe zich dat uit bij de zwaardere vormen. Maar in dat plaatje zien ze mij niet passen, en dus vragen ze belangstellend waar ik dan last van heb. En ik wil graag uit kunnen leggen waar ik tegen aan loop. Hoe autisme bij vrouwen anders werkt dan bij mannen. Waarom het minder zichtbaar is voor de buitenwereld.
Gênant
Maar waar begin je dan? Zonder eh… al te veel detail (valkuil!)? Zonder over te komen als een tikje idioot, of inflexibel, of incompetent? Dat ben ik misschien allemaal wel, maar niet altijd. Een enkel voorbeeld zou misschien kunnen volstaan. Een anekdote waar ik mijzelf niet al te belachelijk mee maak. Maar dan krijg je voorbeelden die zo algemeen herkenbaar zijn dat iedereen zal denken: ‘Is dat alles? Dat heb ik zelf ook zo vaak. Dan heb je toch niet perse autisme?’
Ik vind het fijn als mensen geïnteresseerd zijn in mijn verhaal. En ik wil ze een duidelijk en bondig antwoord kunnen geven op hun vraag. Een antwoord dat, sja, dan onvermijdelijk toch wat bloot zal geven van die idiote, inflexibele en incompetente kanten.
Misschien moet ik er ook nog wat kwaliteiten en positieve aspecten ingooien… Voor de balans, voor het complete plaatje. Die kanten zijn er namelijk ook! Al zijn dat niet de dingen waar ik ‘last’ van heb.
Oh help, nee, dat was nou juist de vraag, waar heb je dan last van. En laat ook maar, het moest kort en bondig blijven.
Ach. Alles went. Waarschijnlijk zelfs een gênante elevatorpitch.