Hazelnoot
‘Waarom verhuizen de huidige bewoners?’ vraag ik aan de makelaar.
Het slaat nergens op dat ik dit vraag. Het gaat me natuurlijk geen barst aan waarom de bewoners hier weg willen. Wat verwacht ik eigenlijk te horen?
‘Ze vechten elkaar de tent uit.’
‘Ze beginnen een bed & breakfast in Andalusië, bij een wei met ezeltjes.’
‘Ze denken dat het huis behekst is.’
Het land in
De makelaar heeft duidelijk vaker met dit bijltje gehakt. Hij opent een slaapkamerdeur.
‘Ze willen wat verder het land in,’ zegt hij, op uiterst neutrale toon.
Ik weet dat dat nergens op slaat.
Hij weet dat ik dat weet.
We laten het erbij.
Hazelnoot
De rest van de bezichtiging denk ik na over praten en toch niets zeggen. En de kracht van suggestie. Ideale combinatie voor reclames.
‘Met al het goede van hazelnoot en chocola.’
Je kent ze wel, al die goede kenmerken van hazelnoot en chocola. Daar is zo ontzettend veel over bekend dat wij, de producenten, ons niet meer verwaardigen op te noemen wat dat dan allemaal is. We houden het gewoon op deze slogan. Wat zeg je? Weet je niet waar we op doelen? Schandelijk. Je ontzegt je kind al het goede van hazelnoot en chocola! Ga snel naar de winkel en doe er wat aan.
Kluitje
Onwillekeurig vraag ik me na afloop af wat ‘Verder het land in’ zou betekenen, als je een huis achterlaat in Purmerend. Het klinkt poëtisch, maar een kwartier rijden naar het oosten: water. Een half uur naar het westen: zee. Bedoelt hij dan Drente? De kop van Noord-Holland? Brabant?
Hij bedoelde helemaal niks, dat weet ik wel, maar toch.
Ik probeer vervolgens of ik een nog beter nietszeggend antwoord kan verzinnen.
Ze willen kleiner wonen.
Ze willen groter wonen.
Ze worden wat ouder.
Nee, dat kietelt de fantasie allemaal niet, het is te makkelijk, te saai.
Het huis wilden we niet, maar de makelaar heeft mijn respect.
Ik ben met een kluitje verder het land in gestuurd.