Guilty pleasure
Tijdens een kennismakingsbijeenkomst van een netwerk krijgt iedereen de vraag wat onze guilty pleasures zijn.
Ik blijk als enige in het gezelschap geen guilty pleasure te hebben.
‘Ik vind een heleboel dingen leuk, ik heb pleasures genoeg. Maar over niet één daarvan voel ik me schuldig,’ zeg ik, ter verklaring.
Ik bleek het allemaal weer te letterlijk te nemen, want het eigenlijke doel was dat je iets over jezelf vertelde dat anderen grappig zouden kunnen vinden, of een tikje gênant, en bij voorkeur iets dat niemand achter je gezocht zou hebben.
Vliegveld
Het is trouwens niet waar dat ik me nergens schuldig over voel, of dat ik niets aan mijn eigen gewoontes gênant vind.
In afwachting van een bus downloadde ik in de lobby van een Grieks hotel eens een spelletje op mijn iPad. Iets met een vliegveld en een stadje dat je moest uitbouwen.
Ik heb dat spel in de drie jaar die volgden elke dag gespeeld. Dat moest, want alleen als je elke dag speelde kreeg je steeds grotere beloningen, en ik ben een sucker voor zulk soort dingen. Er kwamen ook nog tijdelijke evenementen bij, met beloningen die ik natuurlijk óók allemaal moest hebben.
Operaties, vakanties, volgeplande dagen met avondevenementen, niets verstoorde mijn routine. Ik beschouwde het als mijn hoofd leegmaken, een dagelijkse portie mindless niksen.
Tot ik er zelf zat van was – rijkelijk laat, dat geef ik toe – en het spel de rug toekeerde.
Ik had die speeltijd natuurlijk veel beter aan andere dingen kunnen besteden.
Skills
Maar ja.
Om dat nou te delen op een netwerkborrel. Dan moet ik ook vertellen dat ik de draad na een jaar weer oppakte, een nieuw vliegveld en stadje begon en de geschiedenis zich herhaalde.
Deze keer was ik er na anderhalf jaar klaar mee, dat wel.
Nu heb ik tijd te over om aan mijn netwerkborrel-skills te werken.