Afdelingsdag

‘Dat had ik nou echt helemaal nooit achter jou gezocht, weet je dat?’
‘Wat niet?’ vraag ik. De collega en ik hebben net een kennismakingsgesprek afgerond.
‘Dat je met een vrouw bent!’

Hoe moet ik daar op reageren?
Misschien had ik moeten vragen waarom niet, maar ik wil hem en mijzelf niet in verlegenheid brengen door die vraag en/of het antwoord. Ik zeg alleen maar: ‘Oh.’
We zijn met het middagdeel van de Afdelingsdag gestart, en ik zit er al aardig doorheen.

Samenwerking
Alle zichzelf respecterende grote bedrijven houden afdelingsdagen. Je Eigen Team en de Andere Teams van de Afdeling worden bijeengebracht op een externe locatie, die door de centrale ligging voor iedereen ver reizen is en zelden goed bereikbaar met het OV.

Ter plaatse combineer je inhoudelijke dingen (in de ochtend, bij voorkeur met aftrap door iemand uit de hogere echelons en af te sluiten met een lijst actiepunten of een herijkte strategie) met informele spelletjes (in de middag, met een prijsje voor de winnaars en een foto voor bij het verslag in de nieuwsbrief).
Dit alles om de Samenwerking te bevorderen.
Je sluit af met een borrel.
Als er voldoende budget is krijg je er avondeten bij en kun je na de files weer naar huis.

Sabbatical
Je mag een gegeven uitje niet in de bek kijken, en ik vind mijn collega’s aardig. Ik leer ze graag beter kennen. Ik werk graag beter met ze samen. Heus. Ik ben niet cynisch of ironisch of ondankbaar. Ik bedoel het althans niet cynisch of ironisch of ondankbaar. Ik doe al twintig jaar braaf mee met afdelingsdagen.

Maar ik ben er simpelweg niet voor gebouwd. Ik moet daarna een week op sabbatical, of op z’n minst drie dagen onder een deken in bed liggen, om bij te komen van al die interactie.

Javaanse Schijf
Na het speeddaten spelen we spelletjes met geiten in de wei, en dan is het tijd voor de BBQ. De gastvrouw van de vergaderlocatie-in-het-groen opent het buffet met een toelichting.
‘Hier is een bak met wat vegetarische dingen, want ik heb begrepen dat er een vegetariër bij is.’
Bedremmeld steek ik mijn hand op.
‘Jij mag eerst,‘ zegt ze vriendelijk, ‘en als er wat overblijft mag de rest wat uit die bak nemen.’

De enige vegetariër in een gezelschap van veertig mensen. Ik voel me twintig jaar terug in de tijd gezet.
Opgelaten laat ik me naar het buffet duwen, waar de tijdreis zich voortzet. In de bak ligt, naast gegrilde halumi en paprika, een Javaanse Schijf. Dat is een wat taaie schijf van een ondefinieerbare smaakvrije substantie, in feloranje paneermeel gehuld, die na de jaren negentig geheel terecht in de vergetelheid is geraakt.
Uit beleefdheid leg ik ‘m op mijn bord.

Wakker
‘Dus jij bent vegetarisch!’ zegt iemand tijdens het eten. Het is een constatering, even droog als de schijf op mijn bord, zonder enige blijk van afkeuring of goedkeuring of vervolgvraag.

Hoe moet ik daar op reageren?
Nee, ik ben niet vegetarisch, maar ik eet wel vegetarisch, als ik zo onaardig mag zijn je te verbeteren, en nu ga ik deze zorgvuldig voor mij uit de archieven opgediste Javaanse Schijf opeten, en dan rij ik terug naar mijn vrouw, want die heb ik, of je dat nou verwacht of niet, en dan stort ik neer op de bank, in de wetenschap dat ik straks niet kan slapen en in bed nog urenlang betere reacties lig te verzinnen op vragen en opmerkingen waar ik vandaag niets op wist te zeggen. Niet omdat ik dat wil. Maar omdat het zo werkt.

Posted in

Cindy Doff

2 reacties

  1. Marianne Salentijn op 12 april 2019 om 3:21 pm

    Ha Cindy, deze weer met veel plezier gelezen (en gegniffeld). Dank je wel!

  2. Jolanda op 13 april 2019 om 10:25 pm

    Mooi geschreven!

Laat een reactie achter